FIETSTOCHTVERSLAG

Dinsdag 26 juli 2016 – “Langs verstilde dorpen” – 48 km

Vandaag stond een nostalgische fietstocht “Langs verstilde dorpen” op het programma. Het Brugse Ommeland grossiert in verstilde dorpen, plekken waar de tijd jaren geleden al bleef stilstaan. En ook het landschap dat ze met elkaar verbindt, lijkt al eeuwenlang onaangeroerd.

Als startplaats werd gekozen voor Stalhille, opgetrokken langs het befaamde kanaal Gent-Brugge-Oostende dat meandert langs Beernem, Oostkamp, Brugge, Jabbeke, Oudenburg en Oostende. Dit gehucht aan de waterkant mag dan maar een zakdoek groot zijn, het grossiert in lieflijkheid. Het beloofde een zonnige dag te worden met weinig wind en niet al te hoge temperaturen, dus ideaal fietsweer! Zo dachten deelnemers er blijkbaar ook over en mochten we er 32 verwelkomen!

Vanaf knooppunt 23 en 28 vertrokken we richting Vlissegem, een van de oudste dorpen aan onze kust en toch slechts een speldenknop groot. Eens de kerk voorbij ben je het onberoerde polderdorp alweer uit, maar toch loont een passage de moeite. Je fietst voorbij akkers, weiden en grachten vol geurige papavers en boterbloempjes. Die grachten zouden trouwens een overblijfsel zijn van de Romeinse afwateringssystemen. Via de knooppunten 98, 78 en 6 bereikten we De Haan. Het contrast met de rust en de stilte waarvan we tot nu toe konden genieten, maakte plots plaats voor de gezellige drukte van de badstad. Tussen de knooppunten 6 en 31 laveerden we zodoende een 3-tal km langsheen fietsende en wandelende toeristen om daarna opnieuw de rust op te zoeken van het polderlandschap. Via de knooppunten 34, 83, 2, 89, 29, 84 en 88 bereikten we na een 10-tal km Lissewege. Lissewege mag dan klein en fijn zijn, het lijkt opgetrokken voor een postkaart. Net echt, maar toch niet helemaal. Een authentiek, onbezoedeld dorpsgezicht voorzien van een mastodont van een kerk, een stil kanaal en eindeloze vlakke weiden omzoomd door kromgebogen knotwilgen. Of de essentie van het betere dorpsleven. In de schaduw van de immense 13de-eeuwse Onze-Lieve-Vrouw-Bezoekingskerk vonden we Café Den Ouden Toren, onze drinkstop. Het terras voor het café was reeds druk bezet, maar dankzij onze voorspelde komst, werd de poort geopend en konden we met fietsen en al binnen plaatsnemen op het achterterras. De poort werd echter achter ons gesloten! Was het om geen pottenkijkers binnen te laten of zou die maar opnieuw open gaan nadat iedereen betaald had? In Lissewege kan je in de kerk op zoek gaan naar sporen van de Tempeliers; die zouden bijgedragen hebben aan haar oprichting.

Na deze aangename drinkstop vertrokken we voor de resterende helft van het parcours. Normaal zouden we via de knooppunten 45, 99 en 69 het knooppunt 78 moeten bereiken, maar door wegenwerken was er geen fietsverkeer mogelijk tussen die knooppunten. Dankzij de verkenning van onze leiders van vandaag konden we via een alternatief langs de knooppunten 40 en 88 al vlug opnieuw de draad oppikken naar knooppunt 78.

Zo reden we langs Zuienkerke. “Ik zal voorbij zijn en het dorp zal duren”, staat er op een Zuienkerks monument te lezen en gelijk had Anton van Wilderode. Al eeuwenlang etaleert Zuienkerke zich elegant tussen de Kust en Brugge en sieren witgekalkte, vaak omwalde, hoeves dit polderlandschap. Dit is het Vlaanderen van onze grootouders, compleet met dorpslegendes, kapelletjes en gemoedelijke cafeetjes waar het bier en de roddels rijkelijk vloeien.

Alvorens onze startplaats Stalhille te bereiken passeerden we ook nog het lieflijke Houthave, gezapig soezend in de groene polders! In Café ’t Hoekske werd er nog een tijdje nagekaart over de mooie tocht van vandaag.

Met dank aan de leiders Martine en Luc!

Uw verslaggever
Verbeke Daniël


 

 

 

©copyright 2008 daniel.verbeke | feedback